-
1 idée
idée [iedee]〈v.〉2 idee ⇒ plan, inval♦voorbeelden:avoir les idées larges • ruimdenkend zijnavoir des idées noires • alles door een zwarte bril bekijkenidée reçue • gevestigd idee, heersende opvattingj'ai idée que • mij dunkt dataussi, a-t-on idée! • het idee!n'avoir aucune, pas la moindre idée de • niet de flauwste notie hebben vanse faire des idées • zich iets in het hoofd halense faire une idée de qc. • zich een beeld van iets vormensauter d'une idée à l'autre • van de hak op de tak springenavoir des idées de derrière la tête • bijbedoelingen hebbenavoir l'idée de • het plan opvatten omvivre à son idée • doen waar men zin in heefton ne m'ôtera pas ça de l'idée • dat kan men mij niet uit het hoofd pratenvenir à l'idée • 〈 van gedachte〉opkomen, invallenavoir dans l'idée que • denken dat1. f1) idee, begrip2) plan, inval3) mening, opvatting2. idéesf pl2) filosofie -
2 relation
relation [rəlaasjõ]〈v.〉2 relatie ⇒ kennis, connectie♦voorbeelden:relations épistolaires • briefwisselingrelations publiques • public relationsrelations sexuelles • geslachtsverkeerrelations suivies • geregeld contactrelations tendues • gespannen verhoudingnouer des relations avec qn. • betrekkingen met iemand aanknopenentrer en relation avec qn. • in contact treden met iemand1. f1) relatie, betrekking, verhouding2) connectie, kennis4) verslag2. relationsf plomgang, verkeer -
3 sceptique
sceptique [septiek]♦voorbeelden:un(e) sceptique • twijfelaar(ster), scepticus1. m/fscepticus, twijfelaar/-ster2. adj -
4 substance
-
5 substantiel
substantiel [suupstãsjel]= substantielle; adj1) wezenlijk, substantieel2) aanzienlijk3) belangrijk4) voedzaam -
6 superstructure
superstructure [suuperstruuktuur]〈v.〉 -
7 existence
-
8 idéalisme
-
9 phénoménal
phénoménal [feenommeenaal],phénoménaux [feenommeenoo]1 buitengewoon ⇒ wonderbaarlijk, opmerkelijkadj1) buitengewoon2) fenomenaal -
10 phénomène
phénomène [feenommen]〈m.〉4 fenomeen ⇒ monstrum, kermiswonderm1) verschijnsel, fenomeen2) natuurwonder -
11 scepticisme
-
12 thèse
thèse [tez]〈v.〉♦voorbeelden:2 thèse de troisième cycle, de recherche • proefschrift voor het verkrijgen van het ‘gewone’ doctoraatthèse de doctorat, d'Etat • proefschrift voor het verkrijgen van het staatsdoctoraatsoutenir une thèse de doctorat • promoveren4 pièce, roman à thèse • tendensstuk, -romanf1) these, stelling2) dissertatie -
13 connotation
-
14 matérialisme
-
15 subjectivité
-
16 substrat
substrat [suupstraa],substratum [suupstraatom]〈m.〉 -
17 déduction
déduction [deeduuksjõ]〈v.〉♦voorbeelden:faire déduction de qc. • iets aftrekkendéduction faite de • na aftrek vanf1) korting, mindering3) deductie, afleiding4) conclusie -
18 sujet
sujet1 [suuzĵe]〈m.〉2 reden ⇒ motief, oorzaak4 patiënt5 proefpersoon, -dier♦voorbeelden:à ce sujet • daaromtrentau sujet de • naar aanleiding vansur ce sujet • over dit onderwerp→ pronombon sujet • brave figuurmauvais sujet • deugniet————————sujet2 [suuzĵe],sujette [suuzĵet]〈m., v.〉————————sujette (à) [suuzĵet]1 onderhevig (aan) ⇒ lijdend (aan), gevoelig (voor)♦voorbeelden:→ caution1. m1) onderwerp, thema2) motief3) persoon4) patiënt5) proefpersoon, -dier6) subject2. sujet/-ettem/f -
19 stoïcien
stoïcien [sto.iesjẽ],stoïcienne [sto.iesjen]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉 〈 filosofie〉♦voorbeelden: -
20 absolu
absolu [aapsolluu]1 absoluut ⇒ volstrekt, totaal♦voorbeelden:c'est absolument défendu • dat is ten strengste verbodenêtre trop absolu dans ses jugements • te categorisch oordelenabsolument! • beslist!adj1) absoluut, totaal2) volmaakt
- 1
- 2
См. также в других словарях:
List of Dutch atheists — This is an alphabetical list of Dutch people who have been identified as atheists. The people on this list have either expressed disbelief in God or gods, have self confirmed being an atheist or have been identified as such by a reliable… … Wikipedia
